Skip to main content

Mosselen Kreeften en Garnalen

Naast vissen vinden we nog veel meer leven in de Zegerplas. Er kruipen en zweven heel wat andere dieren in het water. verschillenden van deze dieren komen van ver via rivieren uit het oosten of meeliftend op schepen. 

Quaggamosselen

Een klein mosseltje van 2-3 cm groot. Ze hechten zich met duizenden per vierkante meter aan harde objecten. Vormen als het ware riffen en verdringen de inheemse driehoeksmossels. Ze hebben een enorm filterend vermogen, tot 7 liter per dag. Met duizenden zorgen ze op deze manier voor helder water, maar filteren ook algen, dus voeding voor vissen weg. Lees de Rijnland brochure “Helder water door quaggamossel”. 

Gevlekte Rivierkreeft

Wordt 15-20 cm groot. Deze kreeft zien we niet veel. We zien bijna alleen nog maar de Amerikaanse rivierkreeft. Wandelt bij regenachtig weer ook over land van sloot naar sloot. 

Chinese Wolhandkrab

Rugschild tot 8 cm groot, wordt gekenmerkt door als het ware met wol beklede scharen. Waarschijnlijk zijn deze dieren meegelift als larve in de ballasttanks van zeeschepen. Wolhandkrabben zijn alleseters. We zien ze in de zomer en in het najaar. 

Langneussteurgarnalen

Rugschild 6-8 cm groot. Zo genoemd naar het neusvormige uitsteeksel tussen de ogen. Typische soort voor riviermondingen, ze hebben een voorkeur voor brak water zoals in de Oude Rijn bij Katwijk en kunnen blijkbaar ver landinwaarts trekken. Ze werden door ons in 2016 voor het eerst in het zoete water in de Zegerplas waargenomen. Over de langneus in zoet water is nog niet zoveel bekend. Het is nu onze doelsoort die we beter in kaart willen brengen.